Selecteer een pagina

MYTHE, TRADITIE, OVERLEVERING

Sinds de oudheid wordt de plant geroemd om zijn wonderbaarlijke, genezende eigenschappen. 

Aloë Vera Barbadensis Miller vermeld in de 4e eeuw voor chr. 

Toen Mozes door de woestijn trok, werd de Aloë Vera plant als ‘medicijnkast’ meegenomen.
Bij het Joodse volk staat deze plant voor ‘een lang leven’.
Voor de Indiaanse medicijnmannen is ze één van de ‘zestien heilige planten’. De indianen spraken van ‘de hemelse betovering”. 
Nomaden in Afrika noemen haar de ‘woestijnlelie’. 
Voor Columbus was het de ‘arts in de pot’ tegen zonnebrand en insectenbeten.
De farao’s hielden het op ‘elixer voor een lang leven’.
De Amerikanen noemen haar ‘de heilige genezer’.

Arts en farmacoloog Diocurides

De oudste illustratie van de Aloë Vera stamt uit 512 na Christus. En is van Diocurides arts en farmacoloog. Diocurides wist dat de melkachtige gel van het blad van de Aloë Vera plant de wondgenezing versnelt.  

CONSERVERINGS- en balsemmiddel

In de Bijbel staat de Aloë Vera beschreven als een conserverings- en balsemmiddel.

pijnverzachtende, antibiotisch ontstekingsremmende eigeschappen

 

In de jaren dertig van de twintigste eeuw, toen voor het eerst bij kanker bestralingstherapie werd gebruikt, werd de Aloë Vera herontdekt. Ze wordt met veel succes ingezet als wondgenezer en bij brandwonden. De volksgeneeskunde zweert bij haar pijnverzachtende, antibiotische en ontstekingsremmende eigenschappen.